Informatie over kunstobjecten is vaak online beschikbaar, zoals in Europeana, en instellingen stimuleren het gebruik van hun data, zoals het Rijksmuseum. Bijzonder nuttig voor een wetenschapper die daarmee teksten, reproducties, technische opnamen, audio, video en soms zelfs geografische gegevens kan ontlenen. Maar je kan ook eigen digitale data maken, zoals opnames, interviews en data ontleend aan analoge dragers.
Met Research data management (RDM) zorg je dat jouw data tijdens en na het onderzoek vindbaar, toegankelijk en begrijpelijk zijn. Je zorgt daarnaast voor documentatie, bijvoorbeeld hoe de data geschoond, verrijkt of anderzins zijn bewerkt zodat deze geanalyseerd kunnen worden en je verantwoordt de gebruikte metadata, analysetools en/of theorieën. En presentatietools, want het resultaat van jouw onderzoek is niet altijd een boek of een artikel. Het kan ook een visualisatie of een database zoals Ecartico zijn. Goed uitgevoerd RDM bevordert de controlemogelijkheid, de integriteit en hopelijk de impact van het onderzoek. De FGw hanteert een eigen Research Data Management Protocol.
Een belangrijk element binnen RDM zijn metadata. Deze zijn onmisbaar voor het beschrijven en/of verrijken van de data en datafiles. Uiteraard ben je vrij in de keuze van de metadata. Het heeft wel de voorkeur om zo mogelijk gebruik te maken van standaarden op het vakgebied zoals ICONCLASS of de thesauri van het Getty Research Institute.
Een prominent onderdeel van het beheer van onderzoeksgegevens is het Datamanagementplan (DMP). Het DMP benoemt alle aspecten van het databeheer tijdens en na afronding van het onderzoek. Niet alleen de UvA, maar ook andere instellingen, zoals KNAW, NWO en ERC, stellen eisen t.a.v. het beheer van data en gebruiken een eigen DMP. Niet alles wat er in de loop van het onderzoek speelt, kun je meteen in het DMP vastleggen. Zeker als meerdere personen onderzoeksdata verzamelen en bewerken zullen er over de workflow (nieuwe) afspraken gemaakt moeten worden.
Als alles eenmaal soepel loopt, zoek je misschien opslagcapaciteit. Sinds september 2017 hebben alle onderzoekers van UvA en HvA toegang tot UvA/HvA figshare, waarin je het DPM, de planning, de data alsmede de bewerkte data, de gebruikte tools en bijbehorende documentatie veilig kunt bewaren. Voor hulp zijn per faculteit data stewards aangesteld.
Opslag kan uiteraard elders. Er zijn diverse UvA communities, waaronder het Amsterdam Centre for the Study of the Golden Age, die beschikken over opslagruimte en SURF biedt onder de naam SURFdrive opslagcapaciteit aan.
Na beëindiging van het onderzoek kun je de data(files) of een representatieve selectie daarvan, archiveren in een repository. Dat heeft zo zijn voordelen: de data kunnen beschikbaar worden gesteld voor hergebruik, onderwijsdoeleinden en, niet zo gangbaar binnen Kunstgeschiedenis, voor peer review. Voor het vinden van afgesloten datasets kun je DANS Easy, het belangrijkste data-archief voor de Nederlandse geesteswetenschappen raadplegen. Andere data-archieven vind je via Archiveren.
Mocht je vragen hebben, neem dan contact op met dhr. drs. M. G. (Martien) Versteeg, de informatiespecialist voor Kunstgeschiedenis.